Pagina laden
Selecteer je taal
nl es

Economie

Spanje is de 4e economie van de Europese Unie met een bruto binnenlands product (bbp) van 1.327 miljard euro (2022). De dienstensector levert met bijna 68 % de belangrijkste bijdrage aan het bbp, gevolgd door de industrie met ruim 20%. De landbouwsector representeert 2,3% van het bbp, wat vergelijkbaar is met het EU gemiddelde.

De Spaanse economie werd hard geraakt door de Coronacrisis waarbij het bbp met 11% daalde. In 2021 en 2022 steeg het bbp met respectievelijk 6,4% en 5,8%, waarmee het productieniveau van vóór de pandemie werd hersteld.

Door onder andere het sterke herstel van het toerisme, de lagere mate van energieafhankelijkheid van Rusland en de invoering van het mechanisme voor beheersing van de elektriciteitsprijzen – la excepcion Iberica –, kan Spanje de gevolgen van de energiecrisis beter doorstaan dan verwacht. Volgens verwachtingen van de Europese Commissie in september 2023, zal de Spaanse economie in 2023 naar schatting groeien met 2,2%. Het land positioneert zich daarmee als de snelst groeiende economie van Europa. Ook ligt de groeiverwachting ver boven het Europees gemiddelde van 0,8%. Daarnaast blijft de inflatievoorspelling voor Spanje met 3,6% prijsstijging onder het Europees gemiddelde van 6,5%.

Economische sectoren

Spanje heeft een sterke financiële sector met internationale grootbanken als Santander en BBVA. Daarnaast heeft de automobielsector een groot aandeel in het bbp. Spanje is (na Duitsland) de tweede autoproducent van de EU. Toerisme is echter de belangrijkste sector binnen de Spaanse economie. Deze specifieke sector werd het hardst geraakt door de Coronacrisis, maar is nu een van de belangrijkste motoren van het economisch herstel.

Tegelijkertijd heeft de Coronacrisis tot een versnelde groei van andere branches, zoals de fietssector, digitale veiligheid, automatisering, vergroening en de gezondheidszorg geleid. De groei wordt ook versneld door de significante stimulans vanuit het Next-Generation fonds van de EU, ter bevordering van het economisch herstel na de coronacrisis. Dit bedraagt meer ruim 72 miljard euro aan subsidies en ruim 67 miljard euro aan leningen gedurende de periode 2021-2026.

Deze financiële injectie in de economie wordt o.a. in de markt gezet via grote strategische projecten in diverse sectoren, genaamd PERTE’s (strategische projecten voor economisch herstel en transformatie). Publiek-private samenwerking en investeringen zullen de komende jaren van cruciaal belang zijn bij de uitvoering van deze PERTE’s. De kansen die hieruit voortkomen voor Nederlandse bedrijven die zaken willen doen in Spanje liggen in op het gebied van digitalisering, hernieuwbare energiebronnen en duurzaam vervoer. De projecten zullen naar verwachting ruim 42 miljard euro aan publieke middelen mobiliseren, dat neerkomt op ruim 25% van de totale Next-Generation fondsen van de EU.

In 2022 bereikte de buitenlandse handel van Spanje een record en werd ter waarde van 390 miljard euro aan goederen geëxporteerd. De chemiesector was daarbinnen koploper met een aandeel van bijna 19%. Op de tweede plaats komt de export van productiemiddelen met een aandeel van bijna 18% van de totale export, dat het belang van de machines voor de industrie en transportmateriaal benadrukt. De voedingsmiddelensector komt met bijna 17% van het totaal op de derde plaats, waarvan een groot deel uit fruit, groenten en peulvruchten bestaat. Tot slot, levert de automobielsector een belangrijke bijdrage aan de export. Er werd voor bijna 45 miljard euro (11,5% van het totaal) geëxporteerd, waarmee het exportniveau van vóór de pandemie werd hersteld.

Werkloosheid

In juli 2023 heeft Spanje een werkloosheidspercentage van 11,6% en is daarmee het land met de meeste werklozen in de EU. Bovendien blijft de jeugdwerkloosheid een groot probleem. De werkloosheid van jongeren (onder 25 jaar) bedraagt 27% en staat daarmee bovenaan de Europese ranglijst. Griekenland heeft een jeugdwerkloosheidspercentage van 23,2%, Italië 22,1%, Zweden 20,5% en Nederland 8,6%. In Spanje zijn er ook meer vrouwen die werkloos zijn (13,2%) dan mannen (10,1%). In Nederland zijn 3,7% van de vrouwen werkloos en 3,5% van de mannen.

 

Nederland-Spanje bilateraal

De economische bilaterale betrekkingen tussen Spanje en Nederland zijn hecht. Beide landen zijn belangrijke handelspartners voor elkaar, wat in de afgelopen 10 jaar voor een verdubbeling van de totale handel tussen beide resulteerde. Van 17 miljard euro in 2013 naar ruim 34 miljard euro in 2022. Het afgelopen jaar bedroeg de export van de Nederlandse goederen naar Spanje 19,5 miljard euro, terwijl de Spaanse export naar Nederland bijna 15 miljard euro bedroeg. Hiermee heeft Nederland een handelsoverschot in de handel met Spanje van 4,5 miljard euro.

De belangrijkste producten die Nederland naar Spanje exporteert, zijn: machines en vervoermateriaal (kantoor- en automatische gegevensverwerkende machines, toestellen voor telecommunicatie en voor opnemen en weergeven van geluid, elektrische apparaten), chemische producten (medicinale en farmaceutische producten, organische chemische producten en kunststoffen), diverse gefabriceerde goederen (instrumenten en apparaten voor beroepsuitoefening) en voeding en levende dieren (groenten en fruit, vlees en vleesproducten). De import door Nederland vanuit Spanje bestaat voornamelijk uit chemische producten, groenten en fruit, machines en vervoermaterieel (auto’s en treinen voor de NS).

Nederland is bovendien een van de grootste investeerders in Spanje. Er is een groot aantal Nederlandse bedrijven in Spanje actief met eigen vestiging of deelneming. In 2022 investeerde Nederland ruim 1 miljard euro in Spanje. Nieuwe Nederlandse activiteiten zijn vooral te vinden in de sectoren dienstverlening, vernieuwende technologie (milieu, water en energie), ICT, de financiële sector en in toenemende mate ook in de welzijnssector en ouderenzorg door de toenemende vergrijzing in Spanje.

Hoofdletters, kleine letters en cijfers
We ondersteunen Internet Explorer niet langer
Gelieve te upgraden naar Google Chrome of Firefox.